smtpServer
Class SMTPState

java.lang.Object
  extended by smtpServer.SMTPState
Direct Known Subclasses:
DATAState, HELOState, MAILState, RCPTState, WAITState

public abstract class SMTPState
extends java.lang.Object

Abstracte klasse om de status van de SMTPClientHandler bij te houden.

Version:
0.50 TODO Zorgen dat er meerdere ontvangers meegegeven mogen worden. TODO Commando NOOP implementeren TODO Verbeteren controle op ingevoerde gegevens (bijv. sender < 64) TODO [OPT] Regular Expression verbeteren voor controle mailadres. TODO [OPT] Implementeren extra foutcodes SMTP. TODO [OPT] Implementeren van RFC1123, RFC1869 (deze voegen extra func. toe.).

Constructor Summary
SMTPState()
           
 
Method Summary
abstract  java.lang.String cmdDATA(SMTPClientHandler smtpCH, java.lang.String cmdArgs)
           
abstract  java.lang.String cmdEndData(SMTPClientHandler smtpCH, java.lang.String cmdArgs)
           
abstract  java.lang.String cmdHELO(SMTPClientHandler smtpCH, java.lang.String cmdArgs, java.lang.String host)
           
abstract  java.lang.String cmdMAIL(SMTPClientHandler smtpCH, java.lang.String cmdArgs)
           
 java.lang.String cmdNOOP()
          Voert het NOOP commando uit.
 java.lang.String cmdQUIT()
          Voert het QUIT commando uit.
abstract  java.lang.String cmdRCPT(SMTPClientHandler smtpCH, java.lang.String cmdArgs)
           
 java.lang.String cmdRSET(SMTPClientHandler smtpCH)
          Voert het RSET commando uit.
 boolean getDataState()
          Geeft terug of de connectie zich in DATA status bevindt.
 void setDataState(boolean state)
          Zorgt ervoor dat er gescwitched kan worden tussen datastate.
 void setMsgData(java.lang.String input)
          Zorgt ervoor dat het bericht gemaakt wordt.
 
Methods inherited from class java.lang.Object
equals, getClass, hashCode, notify, notifyAll, toString, wait, wait, wait
 

Constructor Detail

SMTPState

public SMTPState()
Method Detail

cmdHELO

public abstract java.lang.String cmdHELO(SMTPClientHandler smtpCH,
                                         java.lang.String cmdArgs,
                                         java.lang.String host)

cmdMAIL

public abstract java.lang.String cmdMAIL(SMTPClientHandler smtpCH,
                                         java.lang.String cmdArgs)

cmdRCPT

public abstract java.lang.String cmdRCPT(SMTPClientHandler smtpCH,
                                         java.lang.String cmdArgs)

cmdDATA

public abstract java.lang.String cmdDATA(SMTPClientHandler smtpCH,
                                         java.lang.String cmdArgs)

cmdEndData

public abstract java.lang.String cmdEndData(SMTPClientHandler smtpCH,
                                            java.lang.String cmdArgs)

cmdRSET

public java.lang.String cmdRSET(SMTPClientHandler smtpCH)
Voert het RSET commando uit.

Parameters:
smtpCH -
Returns:
250 OK

cmdNOOP

public java.lang.String cmdNOOP()
Voert het NOOP commando uit.

Returns:

cmdQUIT

public java.lang.String cmdQUIT()
Voert het QUIT commando uit.

Returns:
QUIT

setDataState

public void setDataState(boolean state)
Zorgt ervoor dat er gescwitched kan worden tussen datastate. Dit zorgt ervoor dat ook commando's in de mailbody kunnen worden gezet.

Parameters:
state -

getDataState

public boolean getDataState()
Geeft terug of de connectie zich in DATA status bevindt.

Returns:

setMsgData

public void setMsgData(java.lang.String input)
Zorgt ervoor dat het bericht gemaakt wordt. In datastatus, moet alle invoer in het bericht komn.

Parameters:
input -